Pianist Emanuel Ax: ‘Ik vind niet dat ik Schönberg hoef uit te leggen’
door Axel Meijer 10 nov. 2023 10 november 2023
Meesterpianist Emanuel Ax komt graag in Het Concertgebouw – solo, in kamermuziekverband of met orkest. In december geeft hij een recital met Beethoven en Schönberg, in januari speelt hij Mozart met het Concertgebouworkest. Voor een vooruitblik mochten we hem bellen, thuis in New York.
Er staat dezer dagen ineens opvallend veel Arnold Schönberg op de concertprogramma’s, ook in Het Concertgebouw. Eind november dirigeert Lorenzo Viotti er tweemaal zijn Nederlands Philharmonisch Orkest in Verklärte Nacht, en op 19 december spelen altviolist Michael Gieler en collega’s Schönbergs Tweede strijkkwartet in de serie Close-up, om maar twee voorbeelden te noemen. Tussendoor treedt in de serie Grote Pianisten Emanuel Ax op, en ook hij heeft Schönberg op het programma staan – naast een paar grote publieksfavorieten van Beethoven. ‘We zitten natuurlijk in de aanloop naar een Schönbergjaar’, verklaart de meesterpianist telefonisch en halverwege een studeersessie, vanuit zijn woning in New York. ‘Volgend jaar is zijn honderdvijftigste verjaardag.’
Schönbergs eigen voorspelling dat binnen niet al te lange tijd zijn werken zouden worden gefloten door postbodes tijdens hun rondes, lijkt ruim zeventig jaar na de dood van de componist nog verre van bewaarheid. Het grootste deel van zijn muziek geldt nog altijd als moeilijk.
Geen Schönberg-sandwich
Een cynicus, of een snob, zou Ax ervan kunnen verdenken dat hij Schönberg daarom min of meer stiekem tussen een paar bekende Beethovensonates sandwicht. Maar daar wil de Amerikaan niets van weten. ‘Er is niets stiekems aan! Ik vind ook helemaal niet dat ik Schönberg hoef uit te leggen of te verdedigen.’ Desgevraagd komt die uitleg gelukkig toch.
‘Deze muziek van Schönberg is heel benaderbaar en opwindend’
‘Ik moet vaak denken aan wat Mark Twain ooit zei over een andere componist die mensen zo moeilijk vonden: ‘Wagners muziek is beter dan ze klinkt.’ Haha!’ Serieuzer: ‘De meeste mensen laten zich afschrikken door het idee van de twaalftoonstechniek. Hoe dan ook, ik speel de Drei Klavierstücke, opus 11 en de Sechs kleine Klavierstücke, opus 19 – die zijn nog van lang voordat Schönberg de twaalftoonstechniek ging toepassen. Deze muziek is heel benaderbaar en opwindend. Opus 11, uit 1909, is dramatisch en briljant, het zijn heel diepe stukken, vind ik. En opus 19, uit 1911, is dan weer erg sfeervol, ik zie dat werk als een soort experiment, misschien langs min of meer dezelfde lijn als Debussy probeerde te doen, gek genoeg, maar dan natuurlijk op zijn Schönbergs. En ik speel ook nog de Drei Klavierstücke zonder opusnummer, uit 1894, dus van toen de componist amper twintig was. Dat is heel romantische muziek, echt helemaal in de sfeer van Brahms – tussen ons gezegd en gezwegen misschien wel heel erg Brahms, maar toch zeer de moeite van het spelen waard.’
Er staat dezer dagen ineens opvallend veel Arnold Schönberg op de concertprogramma’s, ook in Het Concertgebouw. Eind november dirigeert Lorenzo Viotti er tweemaal zijn Nederlands Philharmonisch Orkest in Verklärte Nacht, en op 19 december spelen altviolist Michael Gieler en collega’s Schönbergs Tweede strijkkwartet in de serie Close-up, om maar twee voorbeelden te noemen. Tussendoor treedt in de serie Grote Pianisten Emanuel Ax op, en ook hij heeft Schönberg op het programma staan – naast een paar grote publieksfavorieten van Beethoven. ‘We zitten natuurlijk in de aanloop naar een Schönbergjaar’, verklaart de meesterpianist telefonisch en halverwege een studeersessie, vanuit zijn woning in New York. ‘Volgend jaar is zijn honderdvijftigste verjaardag.’
Schönbergs eigen voorspelling dat binnen niet al te lange tijd zijn werken zouden worden gefloten door postbodes tijdens hun rondes, lijkt ruim zeventig jaar na de dood van de componist nog verre van bewaarheid. Het grootste deel van zijn muziek geldt nog altijd als moeilijk.
Geen Schönberg-sandwich
Een cynicus, of een snob, zou Ax ervan kunnen verdenken dat hij Schönberg daarom min of meer stiekem tussen een paar bekende Beethovensonates sandwicht. Maar daar wil de Amerikaan niets van weten. ‘Er is niets stiekems aan! Ik vind ook helemaal niet dat ik Schönberg hoef uit te leggen of te verdedigen.’ Desgevraagd komt die uitleg gelukkig toch.
‘Deze muziek van Schönberg is heel benaderbaar en opwindend’
‘Ik moet vaak denken aan wat Mark Twain ooit zei over een andere componist die mensen zo moeilijk vonden: ‘Wagners muziek is beter dan ze klinkt.’ Haha!’ Serieuzer: ‘De meeste mensen laten zich afschrikken door het idee van de twaalftoonstechniek. Hoe dan ook, ik speel de Drei Klavierstücke, opus 11 en de Sechs kleine Klavierstücke, opus 19 – die zijn nog van lang voordat Schönberg de twaalftoonstechniek ging toepassen. Deze muziek is heel benaderbaar en opwindend. Opus 11, uit 1909, is dramatisch en briljant, het zijn heel diepe stukken, vind ik. En opus 19, uit 1911, is dan weer erg sfeervol, ik zie dat werk als een soort experiment, misschien langs min of meer dezelfde lijn als Debussy probeerde te doen, gek genoeg, maar dan natuurlijk op zijn Schönbergs. En ik speel ook nog de Drei Klavierstücke zonder opusnummer, uit 1894, dus van toen de componist amper twintig was. Dat is heel romantische muziek, echt helemaal in de sfeer van Brahms – tussen ons gezegd en gezwegen misschien wel heel erg Brahms, maar toch zeer de moeite van het spelen waard.’
Dat de Schönberg-stukken tussen Beethovens beroemde Sonate ‘Pathétique’ en de al even gekende ‘Appassionata’ staan geprogrammeerd, is volgens Ax dan ook geen kwestie van verhullen, maar van balans. ‘Daarom speel ik zowel voor als na de pauze Schönberg. Die drie sonates [Ax speelt ook nog Beethovens opus 2, nr. 2 – red.] zijn natuurlijk heel populair, en de combinatie met de wat minder bekende stukken lijkt mij een mooi evenwicht.’
Herinneringen aan Haitink
Ax verheugt zich nu, maanden van tevoren, al op zijn optreden in Amsterdam. ‘Het is echt altijd een voorrecht om in Het Concertgebouw te mogen spelen. Ik kom er al behoorlijk lang, maar dat blijf ik vinden.’ Waar zit hem dat in? ‘Musici, de meeste in ieder geval, zijn heel gevoelig voor geschiedenis. En het is dan echt een bijzondere eer om in zo’n instituut te mogen staan waarin zo’n muzikale traditie wordt vastgehouden en voortgezet.’ Ax kijkt dus al reikhalzend uit naar 3 december, maar hij kan ook haast niet wachten om begin 2024 op tournee te gaan met dirigent Myung-whun Chung (‘een oude vriend’) en het Concertgebouworkest. ‘Wat spelen die mensen fabuleus! Aan het orkest heb ik echt fantastische herinneringen. Mijn favoriete is misschien wel een live-opname van Brahms’ Eerste pianoconcert, onder leiding van Bernard Haitink. Haitink was echt heel bijzonder, een van de mensen die ik in mijn leven het meest heb bewonderd. En nu krijgen jullie Klaus Mäkelä over een paar jaar als chef-dirigent, die is ook al zo geweldig! En trouwens van dezelfde leeftijd, bedenk ik nu, als Haitink was toen hij in Amsterdam begon. Nou ja, elke vergelijking met Haitink strekt tot eer, ha!’
Travel & Play
Ax speelt in januari bij het Concertgebouworkest Mozarts Zeventiende pianoconcert, KV 453. De tournee is kort maar krachtig: na optredens in Amsterdam, op 17 en 18 januari, spelen Ax en collega’s vanaf de 21ste in achtereenvolgens Milaan, Parijs en Hamburg. Drie steden in drie dagen. Hoe doet een mens dat? Ax: ‘Travel and play, en dan weer verder.’ Hij wil maar zeggen: als je wat van die mooie steden wil zien, dan moet je een baan kiezen waarbij je veel vrije tijd en vakantie hebt – ‘zodat je als toerist kunt gaan.’ Maar die tijd heeft Ax niet. Verontschuldigend: ‘Als je het niet heel erg vindt, maar eerlijk gezegd ook als je dat wel vindt – ik moet ophangen. Ik heb echt nog een heleboel te studeren. Ook voor jullie daar in Amsterdam. Tot dan!’
Dat de Schönberg-stukken tussen Beethovens beroemde Sonate ‘Pathétique’ en de al even gekende ‘Appassionata’ staan geprogrammeerd, is volgens Ax dan ook geen kwestie van verhullen, maar van balans. ‘Daarom speel ik zowel voor als na de pauze Schönberg. Die drie sonates [Ax speelt ook nog Beethovens opus 2, nr. 2 – red.] zijn natuurlijk heel populair, en de combinatie met de wat minder bekende stukken lijkt mij een mooi evenwicht.’
Herinneringen aan Haitink
Ax verheugt zich nu, maanden van tevoren, al op zijn optreden in Amsterdam. ‘Het is echt altijd een voorrecht om in Het Concertgebouw te mogen spelen. Ik kom er al behoorlijk lang, maar dat blijf ik vinden.’ Waar zit hem dat in? ‘Musici, de meeste in ieder geval, zijn heel gevoelig voor geschiedenis. En het is dan echt een bijzondere eer om in zo’n instituut te mogen staan waarin zo’n muzikale traditie wordt vastgehouden en voortgezet.’ Ax kijkt dus al reikhalzend uit naar 3 december, maar hij kan ook haast niet wachten om begin 2024 op tournee te gaan met dirigent Myung-whun Chung (‘een oude vriend’) en het Concertgebouworkest. ‘Wat spelen die mensen fabuleus! Aan het orkest heb ik echt fantastische herinneringen. Mijn favoriete is misschien wel een live-opname van Brahms’ Eerste pianoconcert, onder leiding van Bernard Haitink. Haitink was echt heel bijzonder, een van de mensen die ik in mijn leven het meest heb bewonderd. En nu krijgen jullie Klaus Mäkelä over een paar jaar als chef-dirigent, die is ook al zo geweldig! En trouwens van dezelfde leeftijd, bedenk ik nu, als Haitink was toen hij in Amsterdam begon. Nou ja, elke vergelijking met Haitink strekt tot eer, ha!’
Travel & Play
Ax speelt in januari bij het Concertgebouworkest Mozarts Zeventiende pianoconcert, KV 453. De tournee is kort maar krachtig: na optredens in Amsterdam, op 17 en 18 januari, spelen Ax en collega’s vanaf de 21ste in achtereenvolgens Milaan, Parijs en Hamburg. Drie steden in drie dagen. Hoe doet een mens dat? Ax: ‘Travel and play, en dan weer verder.’ Hij wil maar zeggen: als je wat van die mooie steden wil zien, dan moet je een baan kiezen waarbij je veel vrije tijd en vakantie hebt – ‘zodat je als toerist kunt gaan.’ Maar die tijd heeft Ax niet. Verontschuldigend: ‘Als je het niet heel erg vindt, maar eerlijk gezegd ook als je dat wel vindt – ik moet ophangen. Ik heb echt nog een heleboel te studeren. Ook voor jullie daar in Amsterdam. Tot dan!’