In memoriam: drie pianisten en een componist
door de redactie 20 apr. 2022 20 april 2022
Maar liefst vier muziekgrootheden ontvielen ons op 17 en 18 april 2022: de pianisten Radu Lupu, Polo de Haas en Nicolas Angelich en de componist Harrison Birtwistle.
Radu Lupu (1945-2022)
Op 17 april overleed Radu Lupu, een van de grootste pianisten van onze tijd. De teruggetrokken levende Roemeen trad weinig op en gaf vrijwel nooit interviews. Zijn zeldzame optredens en opnamen getuigen van een grote fijnzinnigheid en diepgang. Muziek van bijvoorbeeld Beethoven en Schubert klonk bij Radu Lupu alsof ze voor het eerst ontstond; criticus Jessica Duchen noemde het ‘hardop denken met zijn handen’.
Radu Lupu studeerde in Boekarest en Moskou en brak in 1966 door met het winnen van het Van Cliburn Concours. Sinds de jaren zeventig vierde hij triomfen met alle grote orkesten. Met het Concertgebouworkest gaf hij in totaal 35 concerten, waarbij de pianoconcerten van Mozart favoriet waren: na zijn debuut in 1975 met het Pianoconcert nr. 21 speelde hij nog de nrs. 19, 20, 23, 24, 25 en 27. Ook stonden Beethoven en Schumann meermaals op de lessenaar. Zijn laatste optreden met het Concertgebouworkest was in juni 2017, een maand na zijn laatste optreden bij de serie Meesterpianisten in de Grote Zaal; niet lang daarna ging hij met pensioen.
Radu Lupu werd 76 jaar.
Radu Lupu (1945-2022)
Op 17 april overleed Radu Lupu, een van de grootste pianisten van onze tijd. De teruggetrokken levende Roemeen trad weinig op en gaf vrijwel nooit interviews. Zijn zeldzame optredens en opnamen getuigen van een grote fijnzinnigheid en diepgang. Muziek van bijvoorbeeld Beethoven en Schubert klonk bij Radu Lupu alsof ze voor het eerst ontstond; criticus Jessica Duchen noemde het ‘hardop denken met zijn handen’.
Radu Lupu studeerde in Boekarest en Moskou en brak in 1966 door met het winnen van het Van Cliburn Concours. Sinds de jaren zeventig vierde hij triomfen met alle grote orkesten. Met het Concertgebouworkest gaf hij in totaal 35 concerten, waarbij de pianoconcerten van Mozart favoriet waren: na zijn debuut in 1975 met het Pianoconcert nr. 21 speelde hij nog de nrs. 19, 20, 23, 24, 25 en 27. Ook stonden Beethoven en Schumann meermaals op de lessenaar. Zijn laatste optreden met het Concertgebouworkest was in juni 2017, een maand na zijn laatste optreden bij de serie Meesterpianisten in de Grote Zaal; niet lang daarna ging hij met pensioen.
Radu Lupu werd 76 jaar.
Polo de Haas (1933-2022)
Het Nederlandse muziekleven verloor op dezelfde dag ook een pianoheld: de veelzijdige Polo de Haas. In 1964 speelde hij Ravels Pianoconcert in G groot met het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink; in dezelfde periode trad hij veel op met jazzmusici. Hij verkende experimentele en elektronische muziek en werkte veelvuldig samen met zanger Ramses Shaffy, maar ook met componist Peter Schat.
In de jaren 1970 maakt het tv-programma Spelen met muziek hem bekend onder een breed publiek. In zijn eigen concertseries in de Beurs van Berlage en – sinds 2010 – in de Kleine Zaal werden klassieke, eigentijdse en geïmproviseerde en niet-westerse muziek gecombineerd met poëzie, verhalen, film en beeldende kunst. Zijn opname met Kees Wieringa van Simeon ten Holts Canto ostinato leverde hem in 1996 een gouden plaat op. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Bij zijn 55-jarige pianistenjubileum in 2017 interviewde Preludium Polo de Haas onder meer over Canto ostinato. In oktober 2021 kwam een dubbel-cd uit met piano-improvisaties, deels afkomstig uit de jaren 1980, deels nieuw opgenomen in lockdowntijd.
Polo de Haas (1933-2022)
Het Nederlandse muziekleven verloor op dezelfde dag ook een pianoheld: de veelzijdige Polo de Haas. In 1964 speelde hij Ravels Pianoconcert in G groot met het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink; in dezelfde periode trad hij veel op met jazzmusici. Hij verkende experimentele en elektronische muziek en werkte veelvuldig samen met zanger Ramses Shaffy, maar ook met componist Peter Schat.
In de jaren 1970 maakt het tv-programma Spelen met muziek hem bekend onder een breed publiek. In zijn eigen concertseries in de Beurs van Berlage en – sinds 2010 – in de Kleine Zaal werden klassieke, eigentijdse en geïmproviseerde en niet-westerse muziek gecombineerd met poëzie, verhalen, film en beeldende kunst. Zijn opname met Kees Wieringa van Simeon ten Holts Canto ostinato leverde hem in 1996 een gouden plaat op. In hetzelfde jaar werd hij benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Bij zijn 55-jarige pianistenjubileum in 2017 interviewde Preludium Polo de Haas onder meer over Canto ostinato. In oktober 2021 kwam een dubbel-cd uit met piano-improvisaties, deels afkomstig uit de jaren 1980, deels nieuw opgenomen in lockdowntijd.
Nicolas Angelich (1970-2022)
Op 18 april overleed Nicholas Angelich, slechts 51 jaar oud, aan een longziekte. De Amerikaanse pianist studeerde in Parijs bij Aldo Ciccolini en Yvonne Loriod en kreeg les van Leon Fleisher, Dmitri Bashkirov en Maria João Pires. De ‘vriendelijke reus’ werd zeer gewaardeerd om zijn interpretaties van bijvoorbeeld de pianosonates van Beethoven en Brahms en de pianoconcerten van Rachmaninoff, maar verwierf ook aanzien met vertolkingen van hedendaagse muziek. Zo droeg Pierre Henry (1927-2017) zijn Concert voor piano zonder orkest aan hem op.
Nicholas Angelich soleerde bij onder meer het London Symphony Orchestra en bijna alle grote orkesten van de Verenigde Staten; in de Grote Zaal speelde hij met het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest. In de Kleine Zaal gaf Nicholas Angelich in 2007 een solorecital en speelde hij kamermuziek met collega’s als het Henschel Quartett, het Pavel Haas Quartet en violist Renaud Capuçon.
Nicolas Angelich (1970-2022)
Op 18 april overleed Nicholas Angelich, slechts 51 jaar oud, aan een longziekte. De Amerikaanse pianist studeerde in Parijs bij Aldo Ciccolini en Yvonne Loriod en kreeg les van Leon Fleisher, Dmitri Bashkirov en Maria João Pires. De ‘vriendelijke reus’ werd zeer gewaardeerd om zijn interpretaties van bijvoorbeeld de pianosonates van Beethoven en Brahms en de pianoconcerten van Rachmaninoff, maar verwierf ook aanzien met vertolkingen van hedendaagse muziek. Zo droeg Pierre Henry (1927-2017) zijn Concert voor piano zonder orkest aan hem op.
Nicholas Angelich soleerde bij onder meer het London Symphony Orchestra en bijna alle grote orkesten van de Verenigde Staten; in de Grote Zaal speelde hij met het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest. In de Kleine Zaal gaf Nicholas Angelich in 2007 een solorecital en speelde hij kamermuziek met collega’s als het Henschel Quartett, het Pavel Haas Quartet en violist Renaud Capuçon.
Harrison Birtwistle (1934-2022)
Met het overlijden van Harrison Birtwistle, eveneens op 18 april, verliest de Britse muziek een van zijn belangrijkste en kleurrijkste componisten. Al sinds de jaren 1960 nam hij een centrale plaats in binnen de Britse avant-garde, berucht om de schurende clusters en snerpende dissonanten in zijn werk. Onder die weerbarstige oppervlakte verraadt zich echter een componist met oor voor melodie, drama en heldere structuren, die zich zeer bewust is van de traditie en zijn werk zeer zorgvuldig opbouwt.
In 1968 leidde zijn gewelddadige opera Punch and Judy tot grote ophef tijdens het Aldeburgh Festival. Zelfs nog in 1995 – Birtwistle was inmiddels al geridderd en had de prestigieuze Grawemeyer Award ontvangen – choqueerde zijn luidruchtige saxofoonconcert Panic het publiek van de BBC Proms.
De laatste decennia groeide Birtwistle toch uit tot een geliefde nestor onder de componisten. Bij het Concertgebouworkest klonk in 2012 Machaut à ma manière, dat de grote verwantschap tussen Birtwistles muziek en de isoritmische technieken van de twaalfde eeuw verraadt. In 2019 soleerde Pierre-Laurent Aimard als artist in residence van het Concertgebouworkest in zijn Responses. In zowel de Kleine als de Grote Zaal nam Asko|Schönberg de afgelopen tijd meermaals werk van Birtwistle op de lessenaars.
Harrison Birtwistle (1934-2022)
Met het overlijden van Harrison Birtwistle, eveneens op 18 april, verliest de Britse muziek een van zijn belangrijkste en kleurrijkste componisten. Al sinds de jaren 1960 nam hij een centrale plaats in binnen de Britse avant-garde, berucht om de schurende clusters en snerpende dissonanten in zijn werk. Onder die weerbarstige oppervlakte verraadt zich echter een componist met oor voor melodie, drama en heldere structuren, die zich zeer bewust is van de traditie en zijn werk zeer zorgvuldig opbouwt.
In 1968 leidde zijn gewelddadige opera Punch and Judy tot grote ophef tijdens het Aldeburgh Festival. Zelfs nog in 1995 – Birtwistle was inmiddels al geridderd en had de prestigieuze Grawemeyer Award ontvangen – choqueerde zijn luidruchtige saxofoonconcert Panic het publiek van de BBC Proms.
De laatste decennia groeide Birtwistle toch uit tot een geliefde nestor onder de componisten. Bij het Concertgebouworkest klonk in 2012 Machaut à ma manière, dat de grote verwantschap tussen Birtwistles muziek en de isoritmische technieken van de twaalfde eeuw verraadt. In 2019 soleerde Pierre-Laurent Aimard als artist in residence van het Concertgebouworkest in zijn Responses. In zowel de Kleine als de Grote Zaal nam Asko|Schönberg de afgelopen tijd meermaals werk van Birtwistle op de lessenaars.