Hoe luistert een neuropsycholoog?
door Frederike Berntsen 23 jan. 2023 23 januari 2023
In de rubriek Luisterkunstenaars spreekt Preludium mensen die in hun dagelijks leven op een bijzondere manier hun oren gebruiken. Deze maand: hersenonderzoeker Rebecca Schaefer.
Wat betekent luisteren voor u?
‘Geluid is indringend. Mijn aandacht gaat eerder uit naar horen dan naar zien. Ik luister veel naar muziek, tijdens verschillende bezigheden. Daarbij ben ik me bewust van waar ik naar luister op welk moment. Muziek versterkt een bepaalde stemming. Je zet iets anders op als je je voorbereidt op een avond uit dan wanneer je wilt kalmeren. Als ik iets moet schrijven, luister ik naar muziek zonder tekst, dan staat er rustige instrumentale muziek op. Terwijl ik bij een moeilijke statistische analyse eerder iets zou uitkiezen met een stevig ritme waarvan ik wakker blijf.’
Luistert u anders dan anderen?
‘Bij muziekcognitie gaat het veel over voorspelbaarheid en onvoorspelbaarheid van muziek. Als ik luister let ik op wat er gebeurt in de muziek en naar wendingen die ik niet had verwacht. Hoe speelt een componist of musicus met ons verwachtingspatroon? Ik luister analytisch, en ik vind het leuk als er iets onverwachts gebeurt.
Ik word enthousiast van ritmisch ingewikkelde muziek: moeilijke metal met lastige maatsoorten. Auditieve illusies, zoals ambigue ritmes die je op verschillende manieren kunt beluisteren of muziek die je op het verkeerde been kan zetten, daar kan ik erg van genieten.’
Wat hoort u graag?
‘Vogels zijn fantastisch. Ik heb de laatste jaren ontdekt hoe fijn ik het geluid van vogels vind. Het geluid dat de mussenkolonie in mijn tuin produceert heeft bijna minimalistische trekken. Van The Tallis Scholars houd ik al mijn hele leven, ik ga altijd naar hun concerten en steevast kegelen ze me omver met hun klank. Het mengen van de stemmen, en dat je nauwelijks kunt zien wie wat zingt: ik ben op zulke momenten echt ademloos. Ik vind dat sowieso mooi en belangrijk: samen bewegen om iets te maken, het individu in de groep valt weg. In de Japanse percussiegroep waarin ik speel is dat ook het doel. Het samenspel is belangrijker dan hoe ingewikkeld de muziek is. Ik zit ook in een bluegrassbandje, de meerstemmigheid in eenvoudige liedjes vind ik heerlijk.’
Wat wilt u liever niet horen?
‘Als tiener en twintiger kon de muziek me niet hard genoeg staan, nu denk ik daar heel anders over. Ik werkte in Paradiso achter de bar en droeg oordoppen, maar dat was toen bijzonder, een beetje braaf ook. Nu kun je niet meer zonder oordoppen een zaal in. We moeten echt voorzichtiger zijn met onze oren, ik vind het onrustbarend hoe hard de volumeknop vaak openstaat. Het is natuurlijk lekker als muziek in je lijf resoneert, maar de schade is onomkeerbaar.’
Wat is het mooiste dat u ooit gehoord heeft?
‘Het eerste waaraan ik denk is A Filetta, een Corsicaanse groep, in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw [16 december 2007, red.]. De zangers komen samen en doen allemaal iets wat het individu overstijgt, dan rollen de tranen over mijn wangen. Dit is vergelijkbaar met de schoonheid van de samenzang bij The Tallis Scholars.
Synchronie tussen mensen vind ik interessant, ook buiten de muziek. Als je samen een tafel op moet tillen, dan moet je je timing aanpassen aan elkaar. Gevoelig zijn voor wat er om je heen gebeurt en je timing aan elkaar aanpassen is een van de onderliggende principes van muziek maken, en ook van sociale interactie. Zonder dat gaat het niet.’
Wat zou u mensen ooit nog willen laten horen?
‘Ik hou van veelzijdigheid en verschillende genres: progressieve rock, renaissancepolyfonie, oude americana, noem maar op. In ieder genre valt iets te ontdekken dat de moeite waard is. Je kader verbreden, opzoeken waar je in eerste instantie niet zoveel mee denkt te hebben houdt je scherp. Stimulatie is gezond.’
Wie is Rebecca Schaefer?
Rebecca Schaefer is universitair hoofddocent neuropsychologie in Leiden en leidt daar de ’Music, Brain, Health & Technology’-groep. In dat kader doet ze hersenonderzoek naar reacties op muziek, met als voornaamste toepassing de gezondheidszorg. Ook is Schaefer docent bij de opleiding Sonologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.
Wat betekent luisteren voor u?
‘Geluid is indringend. Mijn aandacht gaat eerder uit naar horen dan naar zien. Ik luister veel naar muziek, tijdens verschillende bezigheden. Daarbij ben ik me bewust van waar ik naar luister op welk moment. Muziek versterkt een bepaalde stemming. Je zet iets anders op als je je voorbereidt op een avond uit dan wanneer je wilt kalmeren. Als ik iets moet schrijven, luister ik naar muziek zonder tekst, dan staat er rustige instrumentale muziek op. Terwijl ik bij een moeilijke statistische analyse eerder iets zou uitkiezen met een stevig ritme waarvan ik wakker blijf.’
Luistert u anders dan anderen?
‘Bij muziekcognitie gaat het veel over voorspelbaarheid en onvoorspelbaarheid van muziek. Als ik luister let ik op wat er gebeurt in de muziek en naar wendingen die ik niet had verwacht. Hoe speelt een componist of musicus met ons verwachtingspatroon? Ik luister analytisch, en ik vind het leuk als er iets onverwachts gebeurt.
Ik word enthousiast van ritmisch ingewikkelde muziek: moeilijke metal met lastige maatsoorten. Auditieve illusies, zoals ambigue ritmes die je op verschillende manieren kunt beluisteren of muziek die je op het verkeerde been kan zetten, daar kan ik erg van genieten.’
Wat hoort u graag?
‘Vogels zijn fantastisch. Ik heb de laatste jaren ontdekt hoe fijn ik het geluid van vogels vind. Het geluid dat de mussenkolonie in mijn tuin produceert heeft bijna minimalistische trekken. Van The Tallis Scholars houd ik al mijn hele leven, ik ga altijd naar hun concerten en steevast kegelen ze me omver met hun klank. Het mengen van de stemmen, en dat je nauwelijks kunt zien wie wat zingt: ik ben op zulke momenten echt ademloos. Ik vind dat sowieso mooi en belangrijk: samen bewegen om iets te maken, het individu in de groep valt weg. In de Japanse percussiegroep waarin ik speel is dat ook het doel. Het samenspel is belangrijker dan hoe ingewikkeld de muziek is. Ik zit ook in een bluegrassbandje, de meerstemmigheid in eenvoudige liedjes vind ik heerlijk.’
Wat wilt u liever niet horen?
‘Als tiener en twintiger kon de muziek me niet hard genoeg staan, nu denk ik daar heel anders over. Ik werkte in Paradiso achter de bar en droeg oordoppen, maar dat was toen bijzonder, een beetje braaf ook. Nu kun je niet meer zonder oordoppen een zaal in. We moeten echt voorzichtiger zijn met onze oren, ik vind het onrustbarend hoe hard de volumeknop vaak openstaat. Het is natuurlijk lekker als muziek in je lijf resoneert, maar de schade is onomkeerbaar.’
Wat is het mooiste dat u ooit gehoord heeft?
‘Het eerste waaraan ik denk is A Filetta, een Corsicaanse groep, in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw [16 december 2007, red.]. De zangers komen samen en doen allemaal iets wat het individu overstijgt, dan rollen de tranen over mijn wangen. Dit is vergelijkbaar met de schoonheid van de samenzang bij The Tallis Scholars.
Synchronie tussen mensen vind ik interessant, ook buiten de muziek. Als je samen een tafel op moet tillen, dan moet je je timing aanpassen aan elkaar. Gevoelig zijn voor wat er om je heen gebeurt en je timing aan elkaar aanpassen is een van de onderliggende principes van muziek maken, en ook van sociale interactie. Zonder dat gaat het niet.’
Wat zou u mensen ooit nog willen laten horen?
‘Ik hou van veelzijdigheid en verschillende genres: progressieve rock, renaissancepolyfonie, oude americana, noem maar op. In ieder genre valt iets te ontdekken dat de moeite waard is. Je kader verbreden, opzoeken waar je in eerste instantie niet zoveel mee denkt te hebben houdt je scherp. Stimulatie is gezond.’
Wie is Rebecca Schaefer?
Rebecca Schaefer is universitair hoofddocent neuropsychologie in Leiden en leidt daar de ’Music, Brain, Health & Technology’-groep. In dat kader doet ze hersenonderzoek naar reacties op muziek, met als voornaamste toepassing de gezondheidszorg. Ook is Schaefer docent bij de opleiding Sonologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag.