‘Een beetje joy is nooit weg’
door Paul Janssen 16 jan. 2023 16 januari 2023
Jess Gillam was in 2016 met haar zeventien jaar de eerste saxofoniste die de finale haalde van de BBC Young Musician competitie. Een jaar later schitterde ze in de beroemde Last Night of the Proms. Dit seizoen reist ze als Rising Star door Europa, twee jaar later dan gepland door de pandemie.
Dit interview verscheen oorspronkelijk in september 2020.
‘De saxofoon is de kameleon onder de instrumenten’, zegt de Engelse saxofoniste Jess Gillam. ‘Je kunt er heel delicaat mee zingen, enorm mee swingen en ook mee scheuren en gieren. Ik wil de veelzijdigheid van de saxofoon laten horen.’ Veelzijdigheid is een woord dat minstens zo op Gillam zelf van toepassing is. Ook in coronatijden zit ze niet stil. Zo presenteert ze op BBC Radio 3 het programma This Classical Life, waarin ze op ontwapenende wijze luisteraars enthousiasmeert voor klassieke muziek: ‘Zelf heb ik altijd veel van de radio geleerd over de historie van de muziek, dus dit is voor mij een manier om iets terug te doen.’
Dit interview verscheen oorspronkelijk in september 2020.
‘De saxofoon is de kameleon onder de instrumenten’, zegt de Engelse saxofoniste Jess Gillam. ‘Je kunt er heel delicaat mee zingen, enorm mee swingen en ook mee scheuren en gieren. Ik wil de veelzijdigheid van de saxofoon laten horen.’ Veelzijdigheid is een woord dat minstens zo op Gillam zelf van toepassing is. Ook in coronatijden zit ze niet stil. Zo presenteert ze op BBC Radio 3 het programma This Classical Life, waarin ze op ontwapenende wijze luisteraars enthousiasmeert voor klassieke muziek: ‘Zelf heb ik altijd veel van de radio geleerd over de historie van de muziek, dus dit is voor mij een manier om iets terug te doen.’
Ook lanceerde ze het Virtual Scratch Orchestra. (Amateur-)musici kunnen een video insturen van hun vertolking van een bekend nummer conform de partijen die Gillam op haar website levert, en de saxofoniste laat van alle inzendingen een verzamelvideo maken. Aan Where Are We Now van David Bowie deden meer dan negenhonderd musici van alle leeftijden mee uit zesentwintig verschillende landen. Zij vormen het tapijt waarover Gillam haar solo speelt. ‘Het hoort bij het totaalpakket waar ik van houd’, zo verklaart ze haar activiteiten. ‘Ik wil communiceren met zo veel mogelijk mensen.’
‘Als het maar muziek is die mij raakt’
‘Ik wil geëmotioneerd worden en mensen emotioneren’, zegt Gillam over haar drijfveer om muziek te maken. ‘En het kan mij niet schelen of dat gebeurt met muziek van David Bowie, een werk uit de Barok of alles wat daar tussenin zit. Als het maar muziek is die mij raakt.’ Zo speelt ze geregeld de Pequeña czarda, een werk dat de inmiddels 90-jarige Spaanse saxofonist en componist Pedro Iturralde schreef toen hij twintig was. Wie Spaanse accenten verwacht komt bedrogen uit. ‘Het stuk klinkt compleet Hongaars’, zegt Gillam enthousiast. ‘Het is gebaseerd op een Hongaarse volksdans, de czardas, en het swingt echt de pan uit. Het is een van mijn favoriete werken om live te spelen.’
Een andere favoriet is de Sonate voor hobo en piano van Francis Poulenc, in 1962 geschreven ter nagedachtenis aan Sergej Prokofjev. Het zou het laatste werk zijn dat de Fransman schreef. Hij eerde zijn vriend door de extremen op te zoeken, zowel in ambitus als in volume. ‘Er is nauwelijks een noot veranderd’, zegt Gillam, ‘het past naadloos op de saxofoon. Het werk heeft daarbij een karakter dat ik niet vind in andere stukken. Het is echt een duet; op momenten, zoals in het Scherzo, razend virtuoos, en op andere momenten, zoals in het afsluitende Déploration, werkelijk heartbreaking.’
Ondertussen verrijkt ze het saxofoonrepertoire met nieuwe composities, bijvoorbeeld van haar saxofoondocent John Harle. Diens RANT! is geschreven als een portret van Gillam. ‘Ik wilde haar energie, haar klank en haar presence vangen in muziek die ontleend is aan haar geboortestreek’, vertelt de componist. Hij gebruikte volksliedjes uit het historische Engelse graafschap Cumberland, zoals The Ulverston Volunteers en Cumberland Nelly, en bracht ze samen in een ‘rant’, wat in de traditie van de Engelse volksmuziek een energieke dans is die bedoeld is om vrolijkheid te brengen. ‘En dat is precies wat Jess Gillam doet’, aldus Harle.
En dat is nooit overgegaan. ‘Ik houd van de onmiddellijkheid en onverbiddelijkheid van het geluid. De saxofoon heeft een heel rauwe sound; als ik ‘schreeuw’, schreeuwt mijn instrument en als ik zacht en teder ben, speelt het instrument zacht en teder. Hij is als de menselijke stem. Adolphe Sax heeft dat destijds heel goed begrepen.’
Ook lanceerde ze het Virtual Scratch Orchestra. (Amateur-)musici kunnen een video insturen van hun vertolking van een bekend nummer conform de partijen die Gillam op haar website levert, en de saxofoniste laat van alle inzendingen een verzamelvideo maken. Aan Where Are We Now van David Bowie deden meer dan negenhonderd musici van alle leeftijden mee uit zesentwintig verschillende landen. Zij vormen het tapijt waarover Gillam haar solo speelt. ‘Het hoort bij het totaalpakket waar ik van houd’, zo verklaart ze haar activiteiten. ‘Ik wil communiceren met zo veel mogelijk mensen.’
‘Als het maar muziek is die mij raakt’
‘Ik wil geëmotioneerd worden en mensen emotioneren’, zegt Gillam over haar drijfveer om muziek te maken. ‘En het kan mij niet schelen of dat gebeurt met muziek van David Bowie, een werk uit de Barok of alles wat daar tussenin zit. Als het maar muziek is die mij raakt.’ Zo speelt ze geregeld de Pequeña czarda, een werk dat de inmiddels 90-jarige Spaanse saxofonist en componist Pedro Iturralde schreef toen hij twintig was. Wie Spaanse accenten verwacht komt bedrogen uit. ‘Het stuk klinkt compleet Hongaars’, zegt Gillam enthousiast. ‘Het is gebaseerd op een Hongaarse volksdans, de czardas, en het swingt echt de pan uit. Het is een van mijn favoriete werken om live te spelen.’
Een andere favoriet is de Sonate voor hobo en piano van Francis Poulenc, in 1962 geschreven ter nagedachtenis aan Sergej Prokofjev. Het zou het laatste werk zijn dat de Fransman schreef. Hij eerde zijn vriend door de extremen op te zoeken, zowel in ambitus als in volume. ‘Er is nauwelijks een noot veranderd’, zegt Gillam, ‘het past naadloos op de saxofoon. Het werk heeft daarbij een karakter dat ik niet vind in andere stukken. Het is echt een duet; op momenten, zoals in het Scherzo, razend virtuoos, en op andere momenten, zoals in het afsluitende Déploration, werkelijk heartbreaking.’
Ondertussen verrijkt ze het saxofoonrepertoire met nieuwe composities, bijvoorbeeld van haar saxofoondocent John Harle. Diens RANT! is geschreven als een portret van Gillam. ‘Ik wilde haar energie, haar klank en haar presence vangen in muziek die ontleend is aan haar geboortestreek’, vertelt de componist. Hij gebruikte volksliedjes uit het historische Engelse graafschap Cumberland, zoals The Ulverston Volunteers en Cumberland Nelly, en bracht ze samen in een ‘rant’, wat in de traditie van de Engelse volksmuziek een energieke dans is die bedoeld is om vrolijkheid te brengen. ‘En dat is precies wat Jess Gillam doet’, aldus Harle.
En dat is nooit overgegaan. ‘Ik houd van de onmiddellijkheid en onverbiddelijkheid van het geluid. De saxofoon heeft een heel rauwe sound; als ik ‘schreeuw’, schreeuwt mijn instrument en als ik zacht en teder ben, speelt het instrument zacht en teder. Hij is als de menselijke stem. Adolphe Sax heeft dat destijds heel goed begrepen.’
Wanneer ze daadwerkelijk musicus wilde worden, kan ze niet meer terughalen. ‘Het voelde heel natuurlijk en het was al snel een manier van leven. De kracht van muziek is onmiskenbaar; die heeft invloed op alle facetten van het leven. Muziek is daarom ook een goede manier om leefgereedschap te delen met en te doceren aan mensen. Denk aan El Sistema in Venezuela. Dat soort muziekeducatieprojecten kunnen mensenlevens veranderen.’
Daarom is ze zelf ook actief op educatief gebied, al blijft ze daar bescheiden bij: ‘Ik wil vooral vreugde brengen met mijn muziek. Dat is belangrijk in die gekke wereld waarin wij leven. Een beetje joy is nooit weg. Als ik elke dag een lichtpuntje kan zijn voor iemand ergens op deze wereld, is mijn dag helemaal goed.’
Gillams Rising Stars-programma beantwoordt geheel aan haar doel: de veelzijdigheid en volwassenheid van de saxofoon laten horen. Al even divers was trouwens haar debuut-cd Rise, uitgebracht toen ze op haar negentiende als eerste saxofonist ooit tekende bij Decca. ‘Een cd vol muziek die mij na aan het hart ligt, muziek waar ik een speciale connectie mee heb. Wat dat aangaat had de cd ook ‘Ansichtkaarten voor saxofoon’ kunnen heten.’
Nog twee extremen in haar repertoire: het Hoboconcert in d klein van Alessandro Marcello – het werk dat Johann Sebastian Bach bewerkte tot zijn Derde klavecimbelconcert (BWV 974) – en Gate (2001) van de Britse componist Graham Fitkin. ‘Een ongelooflijk goed werk dat voortkomt uit slechts twee noten die aan het begin in de vorm van een triller klinken’, zegt Gillam. ‘Het heeft een geweldige ritmische drive, die ontleend is aan de rockmuziek.’ Haar liefde voor muziek die over de grenzen van het ‘hardcore’ klassieke repertoire heen gaat, spreekt ook uit de keuze voor de Valse vanité van Rudy Wiedoeft. Deze Amerikaan werd in de jaren 1910-20 de ‘Kreisler van de saxofoon’ genoemd, verkeerde in jazz- en vaudevillekringen en verrijkte het repertoire met verschillende speeltechnieken en virtuoze lichtvoetige werken. ‘Een soort Chopin met een glimlach’, omschrijft Gillam.
‘De saxofoon is de kameleon onder de instrumenten’
Gillams muzikale interesse begon toen ze een jaar of zeven was en in haar woonplaats Ulverston in het Engelse Cambria naar een Braziliaans carnavalscentrum ging. Haar vader gaf er slagwerkles, en de kleine Jess mocht mee. ‘Ik vond alles geweldig: de drums, de kostuums, maar toen er een keer een saxofoon langs kwam was ik meteen helemaal verliefd.’
En dat is nooit overgegaan. ‘Ik houd van de onmiddellijkheid en onverbiddelijkheid van het geluid. De saxofoon heeft een heel rauwe sound; als ik ‘schreeuw’, schreeuwt mijn instrument en als ik zacht en teder ben, speelt het instrument zacht en teder. Hij is als de menselijke stem. Adolphe Sax heeft dat destijds heel goed begrepen.’
Wanneer ze daadwerkelijk musicus wilde worden, kan ze niet meer terughalen. ‘Het voelde heel natuurlijk en het was al snel een manier van leven. De kracht van muziek is onmiskenbaar; die heeft invloed op alle facetten van het leven. Muziek is daarom ook een goede manier om leefgereedschap te delen met en te doceren aan mensen. Denk aan El Sistema in Venezuela. Dat soort muziekeducatieprojecten kunnen mensenlevens veranderen.’
Daarom is ze zelf ook actief op educatief gebied, al blijft ze daar bescheiden bij: ‘Ik wil vooral vreugde brengen met mijn muziek. Dat is belangrijk in die gekke wereld waarin wij leven. Een beetje joy is nooit weg. Als ik elke dag een lichtpuntje kan zijn voor iemand ergens op deze wereld, is mijn dag helemaal goed.’
Wanneer ze daadwerkelijk musicus wilde worden, kan ze niet meer terughalen. ‘Het voelde heel natuurlijk en het was al snel een manier van leven. De kracht van muziek is onmiskenbaar; die heeft invloed op alle facetten van het leven. Muziek is daarom ook een goede manier om leefgereedschap te delen met en te doceren aan mensen. Denk aan El Sistema in Venezuela. Dat soort muziekeducatieprojecten kunnen mensenlevens veranderen.’
Daarom is ze zelf ook actief op educatief gebied, al blijft ze daar bescheiden bij: ‘Ik wil vooral vreugde brengen met mijn muziek. Dat is belangrijk in die gekke wereld waarin wij leven. Een beetje joy is nooit weg. Als ik elke dag een lichtpuntje kan zijn voor iemand ergens op deze wereld, is mijn dag helemaal goed.’
Gillams Rising Stars-programma beantwoordt geheel aan haar doel: de veelzijdigheid en volwassenheid van de saxofoon laten horen. Al even divers was trouwens haar debuut-cd Rise, uitgebracht toen ze op haar negentiende als eerste saxofonist ooit tekende bij Decca. ‘Een cd vol muziek die mij na aan het hart ligt, muziek waar ik een speciale connectie mee heb. Wat dat aangaat had de cd ook ‘Ansichtkaarten voor saxofoon’ kunnen heten.’
Nog twee extremen in haar repertoire: het Hoboconcert in d klein van Alessandro Marcello – het werk dat Johann Sebastian Bach bewerkte tot zijn Derde klavecimbelconcert (BWV 974) – en Gate (2001) van de Britse componist Graham Fitkin. ‘Een ongelooflijk goed werk dat voortkomt uit slechts twee noten die aan het begin in de vorm van een triller klinken’, zegt Gillam. ‘Het heeft een geweldige ritmische drive, die ontleend is aan de rockmuziek.’ Haar liefde voor muziek die over de grenzen van het ‘hardcore’ klassieke repertoire heen gaat, spreekt ook uit de keuze voor de Valse vanité van Rudy Wiedoeft. Deze Amerikaan werd in de jaren 1910-20 de ‘Kreisler van de saxofoon’ genoemd, verkeerde in jazz- en vaudevillekringen en verrijkte het repertoire met verschillende speeltechnieken en virtuoze lichtvoetige werken. ‘Een soort Chopin met een glimlach’, omschrijft Gillam.
‘De saxofoon is de kameleon onder de instrumenten’
Gillams muzikale interesse begon toen ze een jaar of zeven was en in haar woonplaats Ulverston in het Engelse Cambria naar een Braziliaans carnavalscentrum ging. Haar vader gaf er slagwerkles, en de kleine Jess mocht mee. ‘Ik vond alles geweldig: de drums, de kostuums, maar toen er een keer een saxofoon langs kwam was ik meteen helemaal verliefd.’
En dat is nooit overgegaan. ‘Ik houd van de onmiddellijkheid en onverbiddelijkheid van het geluid. De saxofoon heeft een heel rauwe sound; als ik ‘schreeuw’, schreeuwt mijn instrument en als ik zacht en teder ben, speelt het instrument zacht en teder. Hij is als de menselijke stem. Adolphe Sax heeft dat destijds heel goed begrepen.’
Wanneer ze daadwerkelijk musicus wilde worden, kan ze niet meer terughalen. ‘Het voelde heel natuurlijk en het was al snel een manier van leven. De kracht van muziek is onmiskenbaar; die heeft invloed op alle facetten van het leven. Muziek is daarom ook een goede manier om leefgereedschap te delen met en te doceren aan mensen. Denk aan El Sistema in Venezuela. Dat soort muziekeducatieprojecten kunnen mensenlevens veranderen.’
Daarom is ze zelf ook actief op educatief gebied, al blijft ze daar bescheiden bij: ‘Ik wil vooral vreugde brengen met mijn muziek. Dat is belangrijk in die gekke wereld waarin wij leven. Een beetje joy is nooit weg. Als ik elke dag een lichtpuntje kan zijn voor iemand ergens op deze wereld, is mijn dag helemaal goed.’