‘Hoeveel mensen kunnen samen met hun vader kunst maken? Dat is toch ongelooflijk?’
door Frederike Berntsen 23 jan. 2023 23 januari 2023
Al zo’n vijftien jaar delen tenoren Christoph en Julian Prégardien het podium. Vader en zoon vertellen over de samenwerking. ‘Er zit veel liefde in dit recital.’
Christoph Prégardien: ‘Als ik naar Julian luister, hoor ik een andere generatie. Ik ben 67, Julian is bijna dertig jaar jonger. Hij heeft het prachtige talent om met het publiek te communiceren. Hij is een geboren performer, op geen enkel moment verlegen. Dat bewonder ik zeer. Ik kende toen ik jong was veel meer angst. Julian is van een generatie die meer risico durft te nemen, zich vrijer voelt als het over emotie gaat. Soms spreekt wat hij doet me minder aan, maar dat komt omdat mijn oren in de negentiende-eeuwse belcanto-aria zitten. Als ik Schuberts Winterreise zing, of de evangelist in een van Bachs Passionen, dan heb ik een techniek om emotioneel te zingen, ik wil nooit de controle over mijn stemgeluid verliezen. Julian denkt op het podium niet over een bepaald moment na, hij ís die expressie.’
Julian Prégardien: ‘Mijn vader is ontspannener geworden dan toen we begonnen aan onze gezamenlijke optredens. Ik denk dat hij zenuwachtig was, niet alleen voor zijn eigen aandeel, maar misschien ook voor dat van mij. Als ouder zie je hoe groot je invloed is op je kinderen. Dat voelt als een enorme verantwoordelijkheid. Kinderen spiegelen zich aan je, dat is nogal wat.
In de loop der jaren zijn we meer collega’s geworden. Op sommige momenten in ons recital zingen we apart een lied, en luisteren we naar elkaar. Ik hoop dat je kunt zien en voelen dat we nerveus zijn voor elkaar, zoals je dat kunt zijn voor een vriend. Je hoopt dat het goed gaat, je wilt iemand steunen. Tegelijkertijd voel ik me trots. Er vindt veel non-verbale communicatie plaats in dit recital, dat maakt het uniek. Hoeveel mensen kunnen er nu samen met hun vader kunst maken? Dat is toch ongelofelijk?’
‘Samen ademen is nooit een probleem geweest, dat komt door de genen.’
Christoph: ‘Mijn standpunt verandert steeds wanneer we samen op het podium zijn. Als Julian solo zingt voel ik me meer vader, als we samen zingen ben ik meer musicus. Maar ook dan ben ik vader – en heel trots. Ik kan je niet vertellen hoe het is, deze ervaring, samen met mijn zoon. Zo’n vijftien jaar geleden, toen we begonnen, was het niet per se makkelijk. We hadden heel verschillende opvattingen over zingen. Dat is ook de reden waarom hij niet bij mij in Keulen heeft gestudeerd. Hij is naar Freiburg gegaan, hij moest uitvliegen.’
Julian: ‘Ik ben heel blij dat ik er twintig jaar geleden voor heb gekozen om niet bij mijn vader te studeren. Dat was een moeilijk besluit voor hem, maar het was nodig. Je wilt jezelf zijn, niet een kopie van je ouders. De blauwdruk is er toch wel. Ik heb weinig naar muziek geluisterd toen ik opgroeide en studeerde. Óf ik hoorde mijn vader – de grootste blauwdruk die je kunt bedenken – óf ik ontdekte de muziek door haar te spelen op de piano.’
Christoph Prégardien: ‘Als ik naar Julian luister, hoor ik een andere generatie. Ik ben 67, Julian is bijna dertig jaar jonger. Hij heeft het prachtige talent om met het publiek te communiceren. Hij is een geboren performer, op geen enkel moment verlegen. Dat bewonder ik zeer. Ik kende toen ik jong was veel meer angst. Julian is van een generatie die meer risico durft te nemen, zich vrijer voelt als het over emotie gaat. Soms spreekt wat hij doet me minder aan, maar dat komt omdat mijn oren in de negentiende-eeuwse belcanto-aria zitten. Als ik Schuberts Winterreise zing, of de evangelist in een van Bachs Passionen, dan heb ik een techniek om emotioneel te zingen, ik wil nooit de controle over mijn stemgeluid verliezen. Julian denkt op het podium niet over een bepaald moment na, hij ís die expressie.’
Julian Prégardien: ‘Mijn vader is ontspannener geworden dan toen we begonnen aan onze gezamenlijke optredens. Ik denk dat hij zenuwachtig was, niet alleen voor zijn eigen aandeel, maar misschien ook voor dat van mij. Als ouder zie je hoe groot je invloed is op je kinderen. Dat voelt als een enorme verantwoordelijkheid. Kinderen spiegelen zich aan je, dat is nogal wat.
In de loop der jaren zijn we meer collega’s geworden. Op sommige momenten in ons recital zingen we apart een lied, en luisteren we naar elkaar. Ik hoop dat je kunt zien en voelen dat we nerveus zijn voor elkaar, zoals je dat kunt zijn voor een vriend. Je hoopt dat het goed gaat, je wilt iemand steunen. Tegelijkertijd voel ik me trots. Er vindt veel non-verbale communicatie plaats in dit recital, dat maakt het uniek. Hoeveel mensen kunnen er nu samen met hun vader kunst maken? Dat is toch ongelofelijk?’
‘Samen ademen is nooit een probleem geweest, dat komt door de genen.’
Christoph: ‘Mijn standpunt verandert steeds wanneer we samen op het podium zijn. Als Julian solo zingt voel ik me meer vader, als we samen zingen ben ik meer musicus. Maar ook dan ben ik vader – en heel trots. Ik kan je niet vertellen hoe het is, deze ervaring, samen met mijn zoon. Zo’n vijftien jaar geleden, toen we begonnen, was het niet per se makkelijk. We hadden heel verschillende opvattingen over zingen. Dat is ook de reden waarom hij niet bij mij in Keulen heeft gestudeerd. Hij is naar Freiburg gegaan, hij moest uitvliegen.’
Julian: ‘Ik ben heel blij dat ik er twintig jaar geleden voor heb gekozen om niet bij mijn vader te studeren. Dat was een moeilijk besluit voor hem, maar het was nodig. Je wilt jezelf zijn, niet een kopie van je ouders. De blauwdruk is er toch wel. Ik heb weinig naar muziek geluisterd toen ik opgroeide en studeerde. Óf ik hoorde mijn vader – de grootste blauwdruk die je kunt bedenken – óf ik ontdekte de muziek door haar te spelen op de piano.’
Christoph: ‘Ik herken mezelf in Julian, maar hoor ook duidelijke verschillen. Als ik naar onze opname luister, Father & Son, hoor ik soms niet wie er zingt, hoewel we de muziek technisch heel anders benaderen. Samen ademen is nooit een probleem geweest, dat komt door de genen. Een consonant hoeven we niet te repeteren. We kunnen ons concentreren op andere dingen, zoals dynamiek en rubato. Ik voel me niet meer verantwoordelijk voor hem op het podium. Nu zorgen we voor elkaar, we luisteren naar elkaar en proberen elkaar te helpen.’
Julian: ‘Misschien komen er vaders met zonen naar ons concert, vaders en zonen die een familiezaak runnen, of zonen die juist een heel andere weg willen gaan dan hun vader en daarmee worstelen. Dit soort dingen spreken we allemaal niet uit. Je ziet een vader en zoon op het podium die hun stemmen in harmonie samenbrengen.
Onze recitals hebben een bijzonder aura, ik kan niet goed omschrijven wat er gebeurt. Zodra we onze mond openen om te zingen is er geen conflict, en dat komt door de muziek. Niet dat we buiten het podium in een conflictsituatie leven, helemaal niet, ik wil alleen aangeven dat er iets magisch gebeurt als onze twee stemmen bij elkaar komen, twee stemmen die genetisch met elkaar verbonden zijn. Ik hoor de verschillen en de overeenkomsten. Afhankelijk van hoe ik me voel, focus ik me op het een of op het ander. Op beide ben ik trots.’
‘Muziek maken met mensen die anders zijn dan jij is vruchtbaar. Door in discussie te gaan kom je tot iets nieuws.’
Christoph: ‘Michael Gees begeleidt ons in de vader-zoonconcerten, ook op de cd hoor je hem. Ik ken hem even lang als Julian. We gaven ons eerste concert in Julians geboortejaar. Michael is een van de belangrijkste mensen in mijn leven. Hij is een uniek musicus met een vrije benadering van de muziek. Voor hem is muziek niet wat op het papier staat geschreven – en daar zit een grote waarheid in. Hij is niet bezig met intonatie, articulatie, hij heeft een romantische geest. Als je naar Michael luistert, word je meegenomen naar de negentiende eeuw.
Michael verliet vroeg zijn ouderlijk huis. Hij was niet zo succesvol als pianist, zijn spel werd niet goed ontvangen. Niet omdat het slecht zou zijn, nee, zijn verbeeldingskracht en fantasie werden niet op waarde geschat. Hij ging de zee op, werd zeiler, en heeft een tijd geen muziek gemaakt.
Ooit dachten we dat we nooit het podium zouden kunnen delen, omdat we zo verschillend zijn, maar onze vriendschap en ons musiceren zijn juist vanwege die verschillen geweldig. Ik ben daar enorm door beïnvloed. Muziek maken met mensen die anders zijn dan jij, dat je moet vechten voor je standpunten, is vruchtbaar. Door in discussie te gaan kom je tot iets nieuws.’
Julian: ‘Er zit veel liefde in dit recital. Schuberts Der Vater mit dem Kind, dat lied aanbid ik. Het is zeer teder. Dit is een programma dat over het menselijk bestaan gaat. Daar is het kunstlied ook voor, om te bevragen: waarom zijn we hier? De mooiste liederen gaan voor mij over de liefde, zonder verwachting of wat dan ook, gewoon over de liefde zelf.’
Christoph: ‘Ik herken mezelf in Julian, maar hoor ook duidelijke verschillen. Als ik naar onze opname luister, Father & Son, hoor ik soms niet wie er zingt, hoewel we de muziek technisch heel anders benaderen. Samen ademen is nooit een probleem geweest, dat komt door de genen. Een consonant hoeven we niet te repeteren. We kunnen ons concentreren op andere dingen, zoals dynamiek en rubato. Ik voel me niet meer verantwoordelijk voor hem op het podium. Nu zorgen we voor elkaar, we luisteren naar elkaar en proberen elkaar te helpen.’
Julian: ‘Misschien komen er vaders met zonen naar ons concert, vaders en zonen die een familiezaak runnen, of zonen die juist een heel andere weg willen gaan dan hun vader en daarmee worstelen. Dit soort dingen spreken we allemaal niet uit. Je ziet een vader en zoon op het podium die hun stemmen in harmonie samenbrengen.
Onze recitals hebben een bijzonder aura, ik kan niet goed omschrijven wat er gebeurt. Zodra we onze mond openen om te zingen is er geen conflict, en dat komt door de muziek. Niet dat we buiten het podium in een conflictsituatie leven, helemaal niet, ik wil alleen aangeven dat er iets magisch gebeurt als onze twee stemmen bij elkaar komen, twee stemmen die genetisch met elkaar verbonden zijn. Ik hoor de verschillen en de overeenkomsten. Afhankelijk van hoe ik me voel, focus ik me op het een of op het ander. Op beide ben ik trots.’
‘Muziek maken met mensen die anders zijn dan jij is vruchtbaar. Door in discussie te gaan kom je tot iets nieuws.’
Christoph: ‘Michael Gees begeleidt ons in de vader-zoonconcerten, ook op de cd hoor je hem. Ik ken hem even lang als Julian. We gaven ons eerste concert in Julians geboortejaar. Michael is een van de belangrijkste mensen in mijn leven. Hij is een uniek musicus met een vrije benadering van de muziek. Voor hem is muziek niet wat op het papier staat geschreven – en daar zit een grote waarheid in. Hij is niet bezig met intonatie, articulatie, hij heeft een romantische geest. Als je naar Michael luistert, word je meegenomen naar de negentiende eeuw.
Michael verliet vroeg zijn ouderlijk huis. Hij was niet zo succesvol als pianist, zijn spel werd niet goed ontvangen. Niet omdat het slecht zou zijn, nee, zijn verbeeldingskracht en fantasie werden niet op waarde geschat. Hij ging de zee op, werd zeiler, en heeft een tijd geen muziek gemaakt.
Ooit dachten we dat we nooit het podium zouden kunnen delen, omdat we zo verschillend zijn, maar onze vriendschap en ons musiceren zijn juist vanwege die verschillen geweldig. Ik ben daar enorm door beïnvloed. Muziek maken met mensen die anders zijn dan jij, dat je moet vechten voor je standpunten, is vruchtbaar. Door in discussie te gaan kom je tot iets nieuws.’
Julian: ‘Er zit veel liefde in dit recital. Schuberts Der Vater mit dem Kind, dat lied aanbid ik. Het is zeer teder. Dit is een programma dat over het menselijk bestaan gaat. Daar is het kunstlied ook voor, om te bevragen: waarom zijn we hier? De mooiste liederen gaan voor mij over de liefde, zonder verwachting of wat dan ook, gewoon over de liefde zelf.’