Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
boekentip

Ben ik te luid?

door Bert Natter
26 aug. 2024 26 augustus 2024

Schrijver Bert Natter deelt maandelijks een literair-­muzikale tip. Deze keer Am I Too Loud?, de memoires van pianist Gerald Moore.

  • Gerarld Moore - Am I too loud?

    Gerarld Moore - Am I too loud?

  • Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

    Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

  • Gerarld Moore - Am I too loud?

    Gerarld Moore - Am I too loud?

  • Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

    Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

Pianist Gerald Moore (1899-1987) wordt gezien als een van de grootste begeleiders aller tijden. Over die term ‘begeleider’ zei Moore zelf eens dat die klinkt of het over een ­kruier gaat die de vioolkist van een groot solist mag dragen. Deze opvatting doet de rol van de pianist in sonates voor viool, cello en andere instrumenten schromelijk tekort en vooral ook die van degene die het instrumentale deel levert als er liederen worden vertolkt. Moore zou bekend worden door zijn samenwerking met enkele van de grootste liedzangers van de vorige eeuw, onder wie Kathleen Ferrier, Elisabeth Schwarzkopf en ­natuurlijk Dietrich Fischer-Dieskau.

In Am I Too Loud? schreef Moore in 1961 zijn herinneringen neer. De geestige titel zet meteen de toon, maar het is ook een leerzaam boek. Moore breekt een lans voor de pianist die ervoor kiest niet als solist te schitteren, maar in samenwerking met andere musici. ‘Makkelijk is het niet’, schrijft hij. Een ogenschijnlijk simpel lied als Schuberts Wanderers Nachtlied is volgens hem veel lastiger dan het virtuoze Erlkönig, dat weliswaar ‘een geweldige uitdaging voor elke pianist vormt, maar als je het eenmaal kan spelen is het, zonder iemand te willen beledigen, net zoiets als fietsen. Je weet precies waar het lastig wordt en hoe je de moeilijkheden met je techniek het hoofd kunt bieden’. De meeste pianisten zullen zeggen: Wanderers Nachtlied lees ik zo van papier, maar daar gaat het niet om, volgens Moore.
‘Ik kan meer dan honderd pianisten vinden die ons met het presto uit een sonate van Beethoven versteld doen staan, maar zoek maar eens één pianist die ons dat lied van Schubert kan laten navoelen. Het is niet makkelijk.’

Af en toe heb ik hardop om dit boek moeten lachen. Zo vertelt Moore hoe hij na de Tweede Wereldoorlog op tournee gaat met de sopraan Elisabeth Schumann. Ze staan onder contract bij dezelfde manager, die Moore ‘X & Co.’ noemt. Steeds als Schumann en Moore de regen trotseren, met een lege maag en zware koffers door stations slepen of in de kou moeten wachten op een vertraagde trein, zeggen ze tegen ­elkaar: ‘Wat zal X & Co. nu aan het doen zijn?’ Het antwoord luidt altijd: ‘X & Co. ligt lekker te slapen.’
Op een avond nemen ze afscheid op een metrostation en terwijl Moore de roltrap afdaalt in de hoop de laatste trein te halen, hoort hij Schumann achter zich ‘X & Co.’ roepen. Moore kijkt om, ziet Schumann bovenaan de roltrap staan, met haar hoofd op haar hand, ogen dicht, alsof ze slaapt. Twee dagen later willen ze het podium op stappen voor een recital en daar verschijnt hun manager tussen de coulissen: ‘Vanavond zal X & Co. niet lekker liggen te slapen.’

Op dinsdag 24 september vertolken Ian Bostridge en Julius Drake in de Kleine Zaal liederen van Schubert, de Schumanns, Mahler en Henze.

Pianist Gerald Moore (1899-1987) wordt gezien als een van de grootste begeleiders aller tijden. Over die term ‘begeleider’ zei Moore zelf eens dat die klinkt of het over een ­kruier gaat die de vioolkist van een groot solist mag dragen. Deze opvatting doet de rol van de pianist in sonates voor viool, cello en andere instrumenten schromelijk tekort en vooral ook die van degene die het instrumentale deel levert als er liederen worden vertolkt. Moore zou bekend worden door zijn samenwerking met enkele van de grootste liedzangers van de vorige eeuw, onder wie Kathleen Ferrier, Elisabeth Schwarzkopf en ­natuurlijk Dietrich Fischer-Dieskau.

In Am I Too Loud? schreef Moore in 1961 zijn herinneringen neer. De geestige titel zet meteen de toon, maar het is ook een leerzaam boek. Moore breekt een lans voor de pianist die ervoor kiest niet als solist te schitteren, maar in samenwerking met andere musici. ‘Makkelijk is het niet’, schrijft hij. Een ogenschijnlijk simpel lied als Schuberts Wanderers Nachtlied is volgens hem veel lastiger dan het virtuoze Erlkönig, dat weliswaar ‘een geweldige uitdaging voor elke pianist vormt, maar als je het eenmaal kan spelen is het, zonder iemand te willen beledigen, net zoiets als fietsen. Je weet precies waar het lastig wordt en hoe je de moeilijkheden met je techniek het hoofd kunt bieden’. De meeste pianisten zullen zeggen: Wanderers Nachtlied lees ik zo van papier, maar daar gaat het niet om, volgens Moore.
‘Ik kan meer dan honderd pianisten vinden die ons met het presto uit een sonate van Beethoven versteld doen staan, maar zoek maar eens één pianist die ons dat lied van Schubert kan laten navoelen. Het is niet makkelijk.’

Af en toe heb ik hardop om dit boek moeten lachen. Zo vertelt Moore hoe hij na de Tweede Wereldoorlog op tournee gaat met de sopraan Elisabeth Schumann. Ze staan onder contract bij dezelfde manager, die Moore ‘X & Co.’ noemt. Steeds als Schumann en Moore de regen trotseren, met een lege maag en zware koffers door stations slepen of in de kou moeten wachten op een vertraagde trein, zeggen ze tegen ­elkaar: ‘Wat zal X & Co. nu aan het doen zijn?’ Het antwoord luidt altijd: ‘X & Co. ligt lekker te slapen.’
Op een avond nemen ze afscheid op een metrostation en terwijl Moore de roltrap afdaalt in de hoop de laatste trein te halen, hoort hij Schumann achter zich ‘X & Co.’ roepen. Moore kijkt om, ziet Schumann bovenaan de roltrap staan, met haar hoofd op haar hand, ogen dicht, alsof ze slaapt. Twee dagen later willen ze het podium op stappen voor een recital en daar verschijnt hun manager tussen de coulissen: ‘Vanavond zal X & Co. niet lekker liggen te slapen.’

Op dinsdag 24 september vertolken Ian Bostridge en Julius Drake in de Kleine Zaal liederen van Schubert, de Schumanns, Mahler en Henze.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.